Je bevindt je nu aan stop 4. Maak een kompas en wandel verder in de richting van het zuiden.
Ter controle voor de ouders: Volg nu knooppunt 638 tot de volgende stop.
Opdracht:
Het magnetisch kompas is een oud navigatiehulpmiddel voor het aangeven van de vier windrichtingen: Noord, Oost, Zuid en West. Als je er geen op zak hebt, kan je er zelf eentje maken.
Zoek in je zak naar de volgende materialen: een naald, een magneetje, een stukje kurk en je potje gevuld met water uit opdracht 3.
Maak je eigen kompas:
Stap 1: Een kompasnaald maak je uit een stuk metaal dat kan worden gemagnetiseerd. Hiervoor gebruiken we een naainaald. Je kan de naald magnetiseren met een magneet.
Wrijf met de naald steeds in dezelfde richting over de magneet. Wrijf niet heen en weer! Na 50 keer, zal de naald gemagnetiseerd zijn.
Stap 2: Steek de naald in de kurk of leg het erop. Steek de naald horizontaal in de rand van de kurkschijf, zodat de naald de kurk doorboort en uit de andere kant komt.
Stap 3: Leg het kompas in water. De gemagnetiseerde naald zal zich uitlijnen met het aardmagnetisch veld langs de noord-zuidlijn.
Tip: Hou het kompas uit de wind! En zorg ervoor dat de magneet ver weg is. Deze kunnen immers het kompas verstoren.
Stap 4: Ga na of de naald is gemagnetiseerd. De naald en kurk moeten langzaam met de klok meedraaien of tegen de klok in, om uiteindelijk van noord naar zuid te wijzen. Als het niet beweegt, wrijf of tik dan nogmaals op de naald om het verder te magnetiseren.
Stap 5: De gemagnetiseerde naald wijst nu van noord naar zuid. Maar welke kant is nu het noorden?
De zon komt op in het oosten en gaat onder in het westen. ‘s Middags staat de zon in het zuiden. Kijk hoe laat het is en waar de zon staat. Bepaal op basis hiervan welke kant van de naald naar het noorden wijst.
Zet de tocht voort in de richting van het zuiden.
